vrijdag 26 september 2025

De Zwevende Kiezer, deel 1: de wolf

Tja, de verkiezingen. Elke talkshow besteedt er aandacht aan, maar in het dagelijkse leven hoor je er niemand over. Praten over je politieke voorkeur is bijna net zo taboe geworden als zeggen wat je verdient. Dat komt omdat de polarisatie met de dag toeneemt, is de algemene stelling. En dat zal best kloppen, want bijna elk onderwerp is reden tot ruzie. Asiel, woningnood, klimaat, Europa, Oekraïne en Israël.

Voor ons plattelandsbewoners komt daar De Wolf bij. Met hoofdletters, want het gaat in deze contreien vaak om één bepaalde wolf: GW3237m (beter bekend als Bram). En ik zeg plattelandsbewoners omdat die vaak aan den lijve ondervinden hoe het is om met de terugkeer van de wolf te leven en niet alleen op papier zoals de randstedelingen (of die dorpelingen die zich nooit in bos of achterland ophouden). Dat we het bos (hier om de hoek) niet meer in kunnen en soms zelfs niet mogen, dat is nog het ergste niet, maar dat er met enige regelmaat schapen en ander klein vee dood in een weiland liggen - bloederig uiteen gereten, vaak met tientallen tegelijk - is andere koek. Boeren zien zich gedwongen tot de aanleg van rasters en hoge, elektrische hekken (die niet helpen), pony's en paarden moeten op stal, geiten, kalfjes en honden zijn evenmin veilig. Weerloze boerderijdieren, die geen kant op kunnen. Dat heet dierenleed. En los van het emotionele aspect -en ja, ik ben ook tegen de vleesindustrie, maar het gaat hier dus duidelijk niet over megastallen en andere misstanden zoals de werkwijze in slachthuizen-, enig idee wat het de boeren en paardenhouders kost, dat dode vee, die hekken, die extra stallen?

En toch is de Partij voor de Dieren voor het behoud  van de wolf. Typisch een gevalletje van theorie boven praktijk, want op papier staat het zo leuk: biodiversiteit, ecosysteem, integraal onderdeel van de natuur, plus het magische woord 'subsidie', dat alles goedmaakt. Stad boven land. Den Haag bepaalt. Maar wij, bewoners van Midden Nederland, van de Utrechtse heuvelrug, het Lockhorsterbos, de Veluwe, wij willen die wolf niet (uitzonderingen daargelaten). In Putten liep er eentje doodleuk over een schoolplein, in Hoenderloo door de Dorpsstraat waar mensen een ijsje aten op een terras, in Woudenberg langs een sliert naar school fietsende kinderen, en in mijn eigen dorp over de landweg naast het paard van mijn dochter. Zou u, beste stedeling, de wolf willen in Amsterdam, in Den Haag of in Rotterdam? Op het schoolplein, voor de Appie, tijdens het hardlopen in het Vondelpark of het Kralingse Bos? Denk het niet.


Wij -en ik neem hier de vrijheid om namens de boeren, de paardenhouders, de klein vee bezitters, de hondenuitlaters, bezorgde ouders en sommige hardlopers het woord te voeren-, wij willen Bram niet, met zijn 'zorgwekkende' gedrag, die voor de ogen van de eigenaar een hondje greep dat nooit meer teruggevonden is, en een klein kind beet (en volgens getuigen: probeerde mee te sleuren) in speeltuin De Pyramide van Austerlitz. We willen ook de andere wolven niet, zijn kinderen, zijn neven en nichtjes, zijn ooms en tantes, we willen ze niet. De wolf is hier niet langer op zijn plek. Het is hier te dichtbevolkt, er is teveel veeteelt, het Nederlandse platteland is het land van boeren en paardenfokkers. Nederland is geen natuurlijke habitat meer voor de wolf.


En toch loopt hij hier nog rond. Bram, ondanks een moeizaam verkregen afschietvergunning, maar ook de rest. Te bizar voor woorden, want een herdershond hoeft maar één keer een kind flink toe te takelen en hij wordt afgemaakt. Dat een wolf een kind pakt is kennelijk minder alarmerend. Dus nee, mijn stem gaat niet naar de Partij voor de Dieren. Nou stemde ik daar al nooit op (ik heb het wel overwogen), maar als je dit punt doortrekt naar de visie van de andere partijen, wat valt er nog te stemmen voor ons bosbewoners?

Op de site van de Werkgroep Wolf zijn de standpunten als volgt gecategoriseerd: 1. Volledig beschermd, 2. Beschermd onder strenge voorwaarden, 3. Actief beheer en regulering, 4. Gerichte populatie en terugdringen, en 5. Actieve verwijdering. Het linkse gedachtengoed verzamelt zich onder het eerste standpunt. Onder mijn standpunt (4) zitten de partijen die de belangen van de boeren voor ogen hebben. De enge BBB natuurlijk, maar ook het van oudsher bij plattelandsbewoners zo geliefde CDA. En -ja ja wie had dat ooit gedacht- ook de PVV schaart zich aan mijn zijde, maar zij houden nu eenmaal erg van gerichte populatie en terugdringen.

Stand van zaken:

GL/PvdA: 0
D66: 1
SP: 1
CDA: 2

Wordt vervolgd. 

zondag 14 september 2025

Over medisch ongemak en andere schaamtes

Ik heb al enige jaren een miniem bultje op mijn neus. Niet heel fraai, maar ook weer niet zo ontsierend dat je er stappen tegen onderneemt. Ik hield het, met mijn leken- maar zeker ook hypochondrische kennis, voor een angiofibroom, iets van bindweefsel en bloedvaatjes, wat mensen wel vaker krijgen als de ouderdom toeslaat. Zo niet de dermatoloog. 

Ik was daar vanwege een basaalcelcarcinoom op mijn rug, een bcc, zoals artsen het noemen. Een kwaadaardige vorm van huidkanker die zelden uitzaait maar wel vervolgstappen nodig maakt. Het ging om een plekje van 2,5 bij 3 cm, midden op mijn rug, gesitueerd op precies zo'n locatie waar je niet bij kan en die je nooit ziet. En omdat ik geen partner heb en de kat niks zegt, was het de masseur in Portugal die aan de bel trok. Laat daar maar eens naar kijken, had ze gezegd, maar dan in het Engels. Aldus geschiedde. De huisarts nam een biopt, de uitslag zei "nodulair bcc" en daar zat ik nu, bij dokter T. Met een loep slash lamp, een zogeheten dermatoscoop (met een prijs liggend tussen de 121 en 1.695 euro, voor wie interesse heeft), beloerde ze mijn lijf, en dan specifiek die typische vaak door de zon beschenen plekken. "Het is zo oneerlijk", klaagde ik net in haar linkeroor. "Ik zon al 40 jaar niet meer, ik haat zonnen", toen ze halt hield bij mijn neus. Daar ging ze een biopt van nemen, zei ze. 

Even later lag ik op de behandelbank met om me heen twee assistentes en de Dok die allemaal naar mijn neus keken. Dit doet even pijn, hoorde ik voor de verdovingsnaald in mijn huid werd gestoken, maar ik voelde nauwelijks iets. Even later verliet de arts de kamer, over 2 weken bel ik met de uitslag, zei ze. Intussen probeerden de twee vrouwen het bloeden van mijn neus te stelpen maar dat lukte niet. Druk er maar even op, komen we straks weer terug, zei de aardigste. Tot maandag, riep ik nog jolig.

Na een half uur was het bloeden gestopt, maar rond middernacht, mijn dochter was net in pyjama en ik poetste mijn tanden, begon het bloeden weer. En niet op een kinderachtige manier. Het gutste eruit! Begon ik eerst nog met een gaasje, na enkele minuten pakte ik een handdoek, een witte for crying out loud, en die kleurde binnen een kwartier donkerrood. Met één hand belde ik de huisartsenpost. Nog geen 5 minuten later waren we op weg, mijn kalme, daadkrachtige dochter en ik, licht hysterisch, omdat ik niet wist dat er zoveel bloed kon komen uit zo'n klein gaatje. 

Bij de HAP zijn we bijna vaste klant, is het niet voor mij, dan voor dochter S, want bij alles wat zich bij ons aandient is het verloop nou nooit eens normaal. En altijd op een vrijdag, ik ga nooit meer naar een huisarts, specialist of tandarts op een vrijdagmiddag, neem ik me voor. 

"Hechten wordt lastig", zegt de waarnemend arts. "Ik probeer eerst dit belachelijk kleine witte bolletje dat zeker niet gaat houden." Dat laatste was natuurlijk mijn invulling en met strenge instructies (48 uur niet aanzitten, niet sporten, niet douchen, niet bewegen, niet ademen), stond ik even later weer buiten. "Hoe dan, hoe dan", kreunde ik onderweg naar huis. Naast me aan het stuur zat een bleek weggetrokken kind met donkere kringen onder haar ogen. Ze was al vanaf 6 uur op, vaste prik nu ze in Leiden studeert, en moest de volgende dag werken. "Van een redelijk normaal hoofd in de ochtend naar een ronde beige pleister in de middag naar deze wanstaltige witte clownsneus in de nacht, hoe dan?!"

In het weekend boeit het me totaal niet hoe ik eruit zie. Trainingsbroek, gympen, fleecevest, niks is me te dol, als het maar lekker zit. Dat geldt op de een of andere manier niet voor mijn gezicht. Ik ga nooit zonder make-up de deur uit, nooit zonder lenzen, nooit zonder parfum. Wat er ook gebeurt, een ramp, een oorlog, ik stink niet en heb altijd lippenstift op. Nu moest ik boodschappen doen. Bang voor bekenden was ik niet, maar het algemene oordeel, de steelse blikken, de afkeur, de walging, dat vreesde ik bijna meer dan de uitslag van het biopt zelf. Om 4 uur zag je me gaan, de leesbril op standje sinterklaas als afleidingsmanoeuvre, diep weggedoken onder de brede capuchon van mijn Britse regenjas. Schichtig sloop ik door de Dirk. Haastig gooide ik mijn boter, melk, kaas en eieren in mijn kar. "Hallo", siste ik tegen de vrouw van de zelfscancontrole. Op het plein was een feest aan de gang. Jonge gezinnen, kinderwagens, loopfietsjes, springkussens en vapende jongeren die dit alles spottend bekeken. Toen ze mij zagen, wezen ze, joelden,  nee, scandeerden ze: "Ha, ha, lelijke oude vrouw, durf jij zo wel over straat?!" 

Morgen mag ik de pleisters erafhalen. 'Als het weer gaat bloeden: hechten', staat er in mijn dossier. 


donderdag 11 september 2025

Oeoeh, Rock Me Baby

Ik had gedroomd dat ik een obsceen groot geldbedrag had gewonnen in de Staatsloterij, iets in de orde van 17 miljoen. Daags daarna zag ik dat er 17 miljoen in de pot zat. Dit kan geen toeval zijn, dacht ik, dus ik kocht 2x 1/5 lot. Met een beetje mazzel (en dat verdiende ik immers!) maakte ik dan 2x kans op 1/5 van 17 miljoen, daar kon ik mee leven. De trekking was gisteravond, las ik, dus om 8 uur keek ik of mijn geld al was uitgekeerd. Helaas, ik moest wachten tot 10 uur.  Maar om 10 uur stond ik op de Kiss & Ride van het station om mijn dochter - een meisje, een vrouw - op te halen en aldus te behoeden voor loerend, sissend, graaiend en moordend mannenvolk. Ik vergat mijn geld. 

Het zat me niet mee deze week. Lastige cliënten, grensoverschrijdend gedrag, geschreeuw, gevloek, gezuig en getreiter (en het hoorbaar plassen aan de andere kant van de telefoonlijn), het was geen feestje. Ik sliep slecht, het stortregende 3x bovenop mijn hoofd, de parkeergarage was vol (meerdere keren), mijn favoriete trainingsbroek scheurde op een cruciale plek, de kat kotste in de keuken (en ik stapte erin) en tot overmaat van ramp hoorde ik net op de radio de eerste zin van een liedje van Doe Maar, ik zapte net te laat weg, en nu moet ik de rest van de dag leven met deze breinteisterende oorwurm. Ik heb een ongelooflijke hekel aan Doe Maar, aan elk nummer van Doe Maar, elke noot, elke stuntelige zin, aan de stem én het uiterlijk van Henny en zelfs van Ernst. Waarom, zult u zeggen, want ja, ik weet zeker dat er een hoop vrouwen van de generatie net onder mij zullen steigeren bij deze tekst, maar daarop moet ik het antwoord schuldig blijven. Het is altijd zo geweest, kan ik hooguit zeggen. Ik neem het ze ook niet kwalijk, de kwijlende, krijsende meisjes van toen, want zij waren met hun 13, 14 jaar nog nauwelijks toerekeningsvatbaar en ik was op mijn 23e immers al getrouwd en weer gescheiden. Daar komt bij dat ik op mijn 13e zelf radeloos verliefd was op David Cassidy, die, zie ik nu in, helemaal niet kon zingen, geen bovenlip had en waardeloze muzak maakte. "I said oeoeh, rock me baby". 

Afijn, na deze overmaat aan kwellingen, plofte ik zojuist dan eindelijk thuis op de bank en dacht ineens aan mijn gekochte loten. Snel logde ik in om mijn prijs te aanschouwen. En ziedaar. Bij het ene lot stond: 1,50 gewonnen! Bij het andere lot: geen prijs. Mijn hoop is nu gevestigd op de Eurojackpot. Honderd miljoen! Morgen is de trekking.


zondag 7 september 2025

Krabbels: de vaatwasser

Deel 1

Wat is er gebeurd met de ouderwetse man met spierkracht? Nu is sowieso het aantal mannen in mijn omgeving wat dun gezaaid, maar de mannen die ik ken kunnen nog net een bierflesje ontkurken, meer niet. En tja, soms heb je zo'n old school kerel nodig die gewapend met waterpomptang een vaatwasser ontkurkt. Waar zijn ze? Zijn ze weggefeminiseerd? Of hebben ze zich ontmoedigd en bang teruggetrokken in hun mancaves? 

Want wat wil het geval? Ik ging vanmiddag met mijn oudste dochter een vaatwasser ophalen. Het was een kleintje, had de broer gezegd, zo'n eenpersoons dingetje. Dan denk ik aan een tafelmodelletje maar nee, het was een smallere uitvoering van een normale vaatwasser. Net zo hoog maar een stuk dunner, zeg maar. We hadden geen 'hondje' bij ons, dat was al niet handig gezien de 4 trappen die we zojuist hadden beklommen, maar dat was nog niet zo erg, we hebben ergere dingen getild, al zou je kunnen aanvoeren dat de verhuis- en tildagen op mijn 66e best eens voorbij zouden mogen zijn, maar enfin, nood breekt wet. 

Nee, het ding zat nog aangesloten. En wat we ook probeerden, hij wilde niet los, ook niet met hulp van een (zij het verouderde) waterpomptang van de heer des huizes (die al angstig aangaf niet te gaan tillen). Na een dik kwartier wroeten en schelden zijn we weer huiswaarts gekeerd, of liever werkwaarts. Chagrijnig, boos, verongelijkt en nog enkele synoniemen voor hetzelfde gevoel. Op het moment dat ik de straat uit wilde rijden, kwam er net een vrachtwagen van Eijkelenkamp (of hoe heet die VT Wonen sponsor) de straat inrijden, waardoor ik er niet meer uit kon. Ik zag in de gauwigheid nog wel even een paar blinkende, straf getatoeëerde bovenarmen die een hondje uitlaadden. Waar ben jij in mijn leven, riep ik uit. 


Twee dagen later... (deel 2)

Misschien zijn er onder jullie enkelen die benieuwd zijn hoe het nu is afgelopen met die vaatwasser. Nou, dat zit zo. Vandaag om half 2 gingen we voor poging 2, tenslotte lag M's hele keuken overhoop en morgen is de grandprix, dan doe ik niks voor niemand en zo is dat. Een hondje was gauw geregeld, ik stopte een waterpomptang, een hamer, een föhn (don't ask) en een bus WD-40 spray in mijn tas en dochter M bracht 2 paar spierballen mee. Nu moest het goed komen, zeiden we tegen elkaar. Ik arriveerde als eerste in het pand en zette overmoedig mijn waterpomptang op de schroefdop van de slang. Die vervolgens zonder enige weerstand meegaf en losliet. Nog geen 3 minuten later stond M in de gang, met haar spierballen en nog een verdwaald chickie in een buikentruitje. Tis al gepiept, zei ik. De jongens tilden de vaatwasser 4 trappen naar beneden en in mijn achterbak, ik reed 'm naar Schuilenburg, waar een van de jongens al klaarstond en het apparaat samen met M weer naar boven droeg. We dronken koffie. M's buurman sloot 'm aan en dat was dat.

's Avonds belde de voormalige eigenaar van de vaatwasser. De kraan lekte en om te voorkomen dat zijn hele laminaat naar de kloten ging, had hij de hoofdkraan maar dichtgedraaid. Alleen kon hij nu niet poepen. 

En zo is er altijd wel wat.


woensdag 6 augustus 2025

Krabbels: In de sportschool

Ik zat na mijn training een beetje bij te komen in de kleedkamer, je kent het vast, rood hoofd, abnormale hartslag en de twijfel of het dit allemaal waard is, toen er een zware voetstap klonk. Ik keek op. Een lange meid van pak 'm beet eind 20 kwam binnen. Ze had motorlaarzen aan, een leren jack en een helm in haar hand. Toen ze haar jas uittrok kwam er een ruimvallend T-shirt tevoorschijn met een bekende verschijning erop. "Dragon Ball Z", zei ik. "Vegeta, om precies te zijn". Ze keek me eerst even verward aan, mensen praten immers niet meer tegen elkaar in de sportschool. Toen schoot ze in de lach. "Mijn zoon", verklaarde ik mijn kennis van de manga cultuur. "Ja, de dag moet nog komen dat ik in zo'n topje ga trainen", zei ze toen op schampere toon. "Sja", zei ik, "ik vind het ook wat overdone, maar ik ben natuurlijk oud". Ik hield me maar een beetje op de vlakte om niet meteen in een "Karen" rol te schieten. Ze keek me vorsend aan, probeerde in te schatten hoe vreselijk oud ik wel niet was. "Maar toen ik jong was deed ik het ook", zei ik. "Ja, ook toen had je al strakke pakjes", zei ze, waarschijnlijk was ze eruit, ik was oud genoeg om de Jane Fonda's aerobicstapes te hebben meegemaakt. "En ik wist ook dondersgoed waarom ik het deed", voegde ik toe. Ze lachte. "Precies, en dat is nog steeds zo, allemaal aandachttrekkerij. Maar daar kom ik hier niet voor." Ik bespeurde enige bitterheid in haar stem. "Ik ook niet meer ... helaas", antwoordde ik.

Wat het nut is van deze onbeduidende anekdote? Geen enkel. Het leven draait om schoonheid en seks en jeugd en geld en kracht en macht. Maak u geen illusies. En als dat allemaal weg is, dan rest ons alleen nog de lach. Beetje lachen om al dit aardse vertoon en niet te vergeten: om jezelf.