donderdag 31 maart 2022

Big Brother

De kat van 6 miljoen kwam thuis zonder zijn GPS tracker. Het bandje zat nog om zijn nek, maar het witte boxje ontbrak. 'Nu al', vloekte ik. Maar een kat laat zich niet aanlijnen en dat is precies de reden waarom ik zo van ze houd. Hier kwam de duurbetaalde techniek in beeld. Op de app kon ik zien waar het doosje zich ongeveer bevond. Ik liep naar het huis en belde aan. Na lang wachten ging er boven een raam open, door een smal kiertje hoorde ik een mannenstem. 'Ja?', zei hij op een toon die weinig vriendelijks beloofde. Ik stak een verward verhaal af over GPS trackers, doosjes, in de tuin, misschien kijken, als het hem niet ontriefde? Het bleef stil. Toen sloot hij het raam. 'Nou ja', mompelde ik, maar hij had besloten me toch maar bij de deur te woord te staan.

'Een kat met een rood bandje en een witte bef toch', zei hij. 'En die is kwijt? Alweer?'
'Nee, dat witte befje is zijn tracker, die heeft hij ergens gedumpt.'
'Niet gezien', zei hij, keek me nog eens argwanend aan, knikte slechts toen ik vroeg of hij eens wilde kijken en sloot de deur weer.

Ik keek op de app en zag tot mijn verbazing dat de kattenfoto van locatie veranderde. Ik vermoedde een avontuurlijk kind dat blij het gevonden mysterie in zijn zak had gestopt en rende naar de aangegeven plek. Niets. De volgende plek, snel. Niets. Het plaatje bleef bewegen. Waar was dat kind? In de tuin van nummer 2, nu! Ik belde aan. Na enige minuten deed een vrouw van dik in de 80 open. Ze had paars haar. Niet dat grijze met een lila ondertoon, nee, ronduit paars. Ik begon met mijn verhaal. Ze begreep er niets van maar in haar tuin kwamen geen katten, zei ze. In your dreams, dacht ik nog, maar vroeg nog even belangstellend naar haar donkerblauw verkleurde kaak, was ze zo gevallen, zei de hulpverlener in mij. 'Ja', zei ze bars, 'en nu moet ik naar de kapper.' Wie is je kapper, wilde ik vragen, en heeft hij ook spiegels, maar ik lachte vriendelijk en wenste haar een fijne dag. Mormel, dacht ik, en liep moedeloos naar huis.

'Ik kom er wel aan', zei mijn zoon. 'Jij bent veel te vriendelijk.' 
Een uur lang liep hij achter de kronkelig bewegende lijn aan. Het was een raadsel. Er was geen mens op straat en toch bewoog het poppetje zich almaar voort. De route ging van rechts naar links maar leek zich toch te centreren bij de 80-jarige Katy Perry van het hippe dorpje L.

Inmiddels was ze terug van de kapper. Mijn zoon stak hetzelfde verhaal af. Zij wimpelde hem af, katten kwamen niet in haar tuin, zei ze weer. Maar hij drong aan. Beleefd maar dwingend. Hij had een nieuwe functie in de app ontdekt die bij het naderen van het object blauwe ringen afgaf en alle wegen leidden naar haar tuin.

Mijn zoon ziet er voor sommige brave burgers in dit overwegend witte dorpje best imponerend uit. Hij heeft het liefste gezicht van de wereld, maar een wilde afro en zijn buitenlandse voorkomen (en dat kan in de ogen van oude dametjes zowel Marokkaans, Surinaams of Bulgaars zijn) wekt vaak het diepgewortelde wantrouwen jegens buitenlanders in het algemeen en jonge mannen in het bijzonder op. Soms is dit in zijn voordeel, zo werd hij in coronatijden nooit aangesproken als hij de regels negeerde of simpelweg vergat en hoeft hij maar dreigend te kijken en men deinst achteruit, wat reuze handig kan zijn in supermarkt- of fileverkeer, maar niettemin tenenkrommend onterecht en kwetsend is.

Ze liet hem toch binnen, waarschijnlijk omdat die keurige blondgrijze vrouw van twee uur eerder de weg voor hem had geplaveid.
'Het gras is gemaaid', mopperde ze.
Mijn zoon liep zoekend rond.
'De tuinman is net geweest', zei ze.
Mijn zoon speurde in het korte gras.
'Er komen hier geen katten'.
Mijn zoon bukte en keek eens goed.

Intussen had ik al een vervangende tracker besteld. Dat was immers gratis en ik was er nu wel van overtuigd dat een kraai het ding had opgeslokt en ergens kokhalzend lag te creperen van de pijn.
'Altijd zo ongeduldig, die vrouwen', zei mijn zoon en legde het apparaat op mijn bureau neer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten