Als ik kijk naar de situatie in Oekraïne valt me vooral op hoe eendrachtig ze zijn, hoe bereid ze zijn om te vechten voor hun land, hun grond. Tot de dood erop volgt. Ik zie dat hier niet gebeuren en dan kan ik beginnen bij mezelf: ik voel geen enkele aandrang om mijn zoon op te offeren voor dit land. Werkelijk niets in deze wereld is mij liever dan mijn zoon en zeker niet dit land.
Ik lees in een dagboekverslag van een moeder uit Kyiv dat haar zoon haar, zijn vrouw en zijn twee dochters naar de grens met Hongarije rijdt, om daarna alleen terug te keren, hij is nodig en dat vindt hij zelf ook. Hartverscheurend vind ik dat. Niet erger dan de filmpjes op social media van vluchtende gezinnen die met snel bij elkaar geraapte huisraad, kinderen en katten door kapotgebombardeerde straten lopen, maar zo invoelbaar dat het letterlijk pijn doet in mijn hart. Je kind achterlaten, een student misschien, een leraar, een magazijnmedewerker, maar geen soldaat, allesbehalve een soldaat. De kans is groot dat ze hem niet meer terugziet, denk ik. 'Het gemoed van ons allemaal is inktzwart', zegt zij.
Intussen zijn de bekende bijverschijnselen van een oorlog alweer in opkomst. Een van oorsprong Oekraiense maar in Nederland geboren man haalt als een razende het opschrift van zijn Russische supermarkt in Eindhoven weg. Hij had het eerst niet in de gaten, hij was druk bezig met het in veiligheid brengen van een tante, een neef. Maar de Nederlander had hem al gevonden. Zijn pui werd beklad met haat, dit keer niet tegen Rutte of Baudet, maar tegen de Rus. Daar gaan we weer, dacht ik. Ergens snap ik het wel (in mijn allertolerantste bui), je bent boos, je bent bang, en wat kun je doen?
Nou, niet dit dus. Laat de kleine man met rust, niet elke Rus is een Rus en niet elke Rus is een slechte Rus en als het een slechte Rus is, wat sowieso al niet eenvoudig te definiëren is, is het veelal een geïndoctrineerde Rus en dan zal jouw geklad niet helpen om hem de ogen te openen. Van 'Rot op' wordt de wereld niet beter, schrijft het AD.
Als ik aan mijn land denk, dan denk ik aan oordelen, op een geniepige manier, via anonieme kanalen, achter avatars en een nepnaam. Dan is de Nederlander op zijn best. Ik denk dan aan het kaalscheren van de moffenhoer, voor mensen van mijn generatie en ouder een welbekende associatie. Als de oorlog voorbij is en het gevaar geweken, dan hebben we de grootste bek van allemaal.
Dit zijn geen bemoedigende woorden over mijn Nederlandse broeders en zusters, en heus, ik weet dat er veel goede burgers zijn die niet onmiddellijk in het holst van de nacht, gewapend met zwarte verf en kwast, eropuit trekken om foute huizen te bekladden. Mensen die opkomen voor een ander, zich direct uitspreken en niet alleen op Twitter, mensen die nuanceren, hun angst en eigenbelang opzij zetten voor dat van een ander. Gutmenschen, lees ik dan -ook weer in anonieme draadjes-, die immer moralistische weldoeners, die iedereen maar naar Nederland willen halen, terwijl we zelf al geen huizen/werk/gas/geld meer hebben. Zo'n mens als ik bijvoorbeeld. Die graag verontwaardigd en moralistisch mag preken over hoe het niet moet. Mijn zoon spreekt er een beetje meewarig over. Een generatiekloof noemt hij het. Van die lieve, naïeve, linkse en goedgelovige sukkels die in een bubbel van naoorlogse vrede leven en geloven in de goedheid van de mens en de betrouwbaarheid van de Volkskrant. Liever een Gutmensch dan een gluiperd, zeg ik nu. Liever een Gutmensch dan iemand die nergens meer in gelooft omdat de leiders van de wereld er zo'n klotezooi van maken, zeg ik nu. Liever een Gutmensch dan een anonieme Twitteraar met verfkwast en scheermes.
Mijn naam is Jetty van Jan, ik ben een sukkel en ik ben er trots op.
Dit zijn geen bemoedigende woorden over mijn Nederlandse broeders en zusters, en heus, ik weet dat er veel goede burgers zijn die niet onmiddellijk in het holst van de nacht, gewapend met zwarte verf en kwast, eropuit trekken om foute huizen te bekladden. Mensen die opkomen voor een ander, zich direct uitspreken en niet alleen op Twitter, mensen die nuanceren, hun angst en eigenbelang opzij zetten voor dat van een ander. Gutmenschen, lees ik dan -ook weer in anonieme draadjes-, die immer moralistische weldoeners, die iedereen maar naar Nederland willen halen, terwijl we zelf al geen huizen/werk/gas/geld meer hebben. Zo'n mens als ik bijvoorbeeld. Die graag verontwaardigd en moralistisch mag preken over hoe het niet moet. Mijn zoon spreekt er een beetje meewarig over. Een generatiekloof noemt hij het. Van die lieve, naïeve, linkse en goedgelovige sukkels die in een bubbel van naoorlogse vrede leven en geloven in de goedheid van de mens en de betrouwbaarheid van de Volkskrant. Liever een Gutmensch dan een gluiperd, zeg ik nu. Liever een Gutmensch dan iemand die nergens meer in gelooft omdat de leiders van de wereld er zo'n klotezooi van maken, zeg ik nu. Liever een Gutmensch dan een anonieme Twitteraar met verfkwast en scheermes.
Mijn naam is Jetty van Jan, ik ben een sukkel en ik ben er trots op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten