De hond pakt verrassend voorzichtig het stukje appel uit mijn hand. Zijn naam is Max en het is een Duitse Herder. Twee jaar geleden gaf ik hem een hondenkoekje dat ik nog over had van mijn eigen Max en dat is hij nooit vergeten. Als ik kom aanrijden staat hij al naast mijn auto nog voordat ik helemaal tot stilstand ben gekomen. Appels vindt hij ook lekker. En het is goed voor honden, lees ik in de gauwigheid op Google, met veel anti-oxidanten. In het slaperige dorpje verderop klinkt de torenklok van de St. Jozef, de mis is afgelopen. En terwijl S in de rijbak achter me vloekt op paard Rens, die er helemaal geen zin in heeft vandaag, leun ik achterover in mijn luie stoel aan het zwembad. De bladeren van de platanen om me heen ruisen zachtjes en ik denk aan wat ik net nog zei tegen S. "Wat is het prachtig hier. Wat hou ik toch van het platteland. Het platteland, mijn vaderland, mijn vlakke land!" En bij die laatste woorden hief ik een soort van gezang aan, zeer vrij naar Brel. Het leven is goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten