Twee maanden geleden schreef ik mijn laatste stukje. "Ik mis je", hoor ik af en toe van collega's en vrienden die in anonimiteit mijn verhaaltjes bleken te lezen. "Writer's block", zeg ik dan. "Gebrek aan inspiratie." Dat is maar deels waar. Er is genoeg om over te schrijven. De humor ligt op straat, voor mij althans, wat je gerust als een zegen mag beschouwen. Het is ook niet dat ik mezelf incapabel vind. Ook dat is maar deels waar. Er zijn zoveel schrijvers beter dan ik, maar ook zoveel die slechter of in ieder geval een stuk saaier vertellen over hun leven.Wat mij dwars zit is de zinloosheid van het schrijven. Was je vroeger iemand als je in inkt werd gedrukt, nu ligt dat met de komst van internet en de print on demand bedrijfjes voor een ieder binnen zijn bereik. En daarmee is ook de betekenis verdwenen. Ik kom regelmatig in de boekensectie van kringloopwinkels. Eindeloze rijen boeken van bekende en onbekende schrijvers. En allemaal dachten ze dat ze eeuwige roem zouden krijgen met hun boekwerkje. Nu staan ze daar, zij aan zij, voor iedereen die er een eurootje voor overheeft. Onbekend en onbemind of gewoon vergeten. De straatbieb biedt ze helemaal gratis aan. Herman Koch staat broederlijk naast 'Als het koren zingt' en 'De weg naar God'.
Schrijven is een egotrip. Meer dan alle andere creatieve uitingen bij elkaar. Muziek maken, schilderen, ik ken mensen die dit hun hele leven doen zonder ook maar één keer de drang tot optreden of exposeren te hebben gevoeld. Dan de schrijver, hij moet gelezen worden, vindt hij zelf. Het is belangrijk dat iedereen weet wat er in zijn hoofd omgaat, hoe origineel hij is, hoe eloquent, hoe geestig. De filosofische inzichten die hij heeft, hoe anders dan anderen hij is, hoe boeiend en interessant zijn leven is. Want het gaat negen van de tien keer om een levensverhaal en niet om fictie.
Met alle autobiografische verhalen van het laatste decennium kun je een aardig kampvuur maken. Ook ik heb vaak gedacht een "echt boek" te moeten schrijven. Over mijn vroeger, mijn leed, mijn 'trauma'. Zodat ook ik als aanmaakhoutje voor een zomerse barbecue kan eindigen, want zeg nou zelf, wie heeft er een leven geleid zonder hobbels, wie heeft er een lege rugzak, wie gaat niet gebukt onder het gewicht van zijn te dragen kruis? Schrijven is een ijdele bezigheid. De schrijver kan niet zonder applaus, al is het maar een opmerking op Facebook. "Mooi stukje" is al voldoende of zelfs maar "ha, ha".
"Als het je daarom gaat, dan doe je het gewoon niet graag genoeg", zei een vriend. En dat is misschien wel zo. Misschien schrijf ik omdat ik niet praat. Misschien is het geldingsdrang. Laten horen dat je wel degelijk iets te zeggen hebt. Misschien schrijf ik omdat ik geen weerwoord wil, omdat ik niet tegen discussies kan en toch mijn zegje wil doen. Of schrijf ik om orde in de chaos van mijn hoofd te scheppen. Misschien schrijf ik om mijn herinneringen vorm en betekenis te geven of simpelweg levend te houden. Of wil ik gewoon erkenning, een luisterend oor, en zijn mijn stille lezers een vervanging van wat eens een levendige vriendenkring was. Wie zal het zeggen.
Hoe dan ook, het was weg en het is weg. Ik ben geen schrijver. Ik sport nu. En steeds vaker, als mijn hoofd vol zit met onvrede, boosheid, verdriet of gewoon omdat ik barst van blijheid en energie, dan denk ik: ik ga sporten. En dan pak ik mijn tas en rijd naar de sportschool.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten