Hij staat me in de deuropening al op te wachten, vouwt zijn handen samen als hij me ziet en buigt licht. 'Lieve Jetty', zegt hij. Hij is 73, al is dat niet helemaal zeker omdat het nooit werd vastgelegd in zijn verre thuisland. Binnen zet hij een bordje voor me neer, naast de walnoten, dadels, noga en pistachenootjes. Even later zet hij er een kop donkerbruine thee naast, sterk, heet. 'Hoe gaat het', vraagt hij aan mij, terwijl dat mijn taak is. 'En je kinderen, gaat het goed met je kinderen?' Niet dat hij ze kent, maar dit is het tweewekelijks ritueel van hoffelijkheid dat noodzakelijk is waar hij vandaan komt en nimmer wordt overgeslagen. Hij is net terug van een trip naar Dubai waar hij na 3 jaar zijn zoon weer eens heeft gezien. 'Ik heb wat voor je', zegt hij, en even later staan er dozen vol zoete koekjes, noten en chocola voor me op tafel. 'Dat moet je toch niet doen', zeg ik weer, en mopper wat over hulpverlening in het algemeen en mijn lijn in het bijzonder. 'Heel gezond', zegt hij, wuift met zijn arm elke verdere discussie weg en daarmee is de kous af. 'Wie zorgt er voor je kippen en voor je kat', had ik voor de aanvang van zijn reis gevraagd, maar als altijd sloeg hij mijn aanbod af. 'Ik wil je niet lastig vallen', zijn de vaste, terugkerende woorden als ik hulp aanbied. Als hij over de oplaaiende onrust in zijn land vertelt trilt zijn linkerbeen, maar hij blijft glimlachen, een mooie, maar droevige glimlach. Als ik even later afscheid neem, met in mijn armen dozen vol zoetigheid en eieren, geef ik hem bijna een zoen, zo lief vind ik hem, en zo beschadigd.In de gang van mijn kantoor loop ik een oud-collega tegen het lijf. Mijn work hubby noemde ik hem destijds, omdat we vaak en intensief samenwerkten en veel persoonlijke verhalen deelden. Hij destijds aan het eind van zijn werkende jaren, ik nog volop werkend aan mijn carrière in het sociaal domein. Nu is hij 76 en ik 63.
'Jij wordt ook geen dag ouder', zeg ik. 'Hoe doe je dat toch?'
'Bezig blijven' zegt hij. 'En af en toe een drankje en een wipje', zegt hij erachteraan met een vette grijns die uitmondt in een bulderende lach. Een ferme klap op mijn schouder en weg is hij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten