zaterdag 21 januari 2023

Voor jong en oud

Ik accepteer het feit dat ik 63 ben. Natuurlijk, ik ben liever 30, wie niet, alles nog voor je en een velletje dat strak staat van levenslust. Maar ik voel me eigenlijk nooit oud. Ik heb nooit het gevoel dat ik het contact met de ontwikkelingen kwijt ben, sta middenin leven en werk, en gedraag me vaak minder ouwelijk dan veel dertigers. Tot gisteren. Ik was met mijn collega's op stap. Op enkele uitschieters van 40+ na, zijn die collega's jong, zo tussen 28 en 38. Dat is nooit een probleem en daarom verbaasde het me zo dat ik down was toen ik thuiskwam.

Ik liep de kamer van mijn dochter in. Ze zat voorovergebogen aan haar bureau, kacheltje aan, kat ernaast. "Hey, hoe was het", vroeg ze. Ze wist dat ik er vooral naartoe was gegaan omdat ik het contact met mijn team niet wilde verliezen, een bewuste keuze omdat ik als solist teveel geneigd ben om mijn eigen gang te gaan. "Ik ben oud", zei ik en ik had het nog niet gezegd of ik voelde tranen opwellen, tranen die ik niet had zien aankomen en die ik verfoeide. Mijn kinderen zien me niet vaak huilen, dus mijn dochter stond abrupt op, sloeg haar armen om me heen en riep ontzet uit: "Hoezo dan, was het niet leuk, wat is er gebeurd?" "Niks, er is niks gebeurd. Maar het was er druk en lawaaiig en ik verstond niemand, en ze maakten grappen over mijn leeftijd en de vegasalade was gewoon een bak sla met mayonaise voor 15 euro", jammerde ik, want ja, op zo'n moment zit er helemaal geen structuur of rede meer in mijn verhaal.

Even later haalde ik nog even mijn zoon op van de bushalte. Als zijn moeder verdrietig is, wordt hij boos en die boosheid richtte hij nu op mijn collega's. "Maar dat is het niet", zei ik. "Het zijn leuke collega's, superlieve collega's, nooit een centje pijn", zei ik. "En een grapje moet kunnen", zei ik. "Dat doe ik zelf ook", zei ik. "Tot vervelens toe". Ik zei nog veel meer, maar kon niet goed uitleggen wat ik dan eigenlijk wel bedoelde.

Een uur later, toen de rust was wedergekeerd en ik in mijn omastoel, met mijn omadekentje weer gewoon een Britse misdaadserie keek, realiseerde ik me wat er was gebeurd.
Ik weet dat ik ouder ben dan mijn kinderen, ouder dan hun vrienden, ouder dan de sporters op mijn sportschool, ouder dan de meeste van mijn klanten. Dat is niet erg, ik ben de eerste die er grappen over maakt. Maar mijn collega's beschouw ik als mijn gelijken, zelfs al zijn sommigen niet ouder dan mijn kinderen. Leeftijd speelt geen rol, we doen allemaal hetzelfde, staan op dezelfde lijn en zo praten we ook met elkaar. En ineens, buiten de context van het werk, viel er een voelbaar gat. Ik was ineens die grappige oude vrouw die uit een ander universum kwam. Ik werd gedegradeerd tot de moeder van het gezelschap. En hoe goedbedoeld ook, ik vond dat niet leuk. Want een rimpelig vel, lichamelijke ongemakken, hartklachten, ik kan het allemaal accepteren als onderdeel van het ouder worden, maar intellectueel voel ik me hetzelfde als 10, 20 jaar geleden. Met het verval van het lichaam wordt klakkeloos aangenomen dat ditzelfde geldt voor de geest. En we doen het allemaal. We zien een oude vrouw van 75 en we schroeven niet alleen ons stemvolume op, we praten met haar alsof ze per definitie dementerend is. Terwijl ze misschien nog dagelijks met weemoed terugdenkt aan haar hippietijd in the sixties, toen ze half Amsterdam afneukte in een veelkleurig LSD-spectrum. Hoe moet zij zich voelen? Je leeft nog, maar ook weer niet. Zo ver is het gelukkig nog niet. Vanavond ga ik naar een bandje kijken met mijn dochter. Nu eerst de zaterdagkrant lezen. Niet om bij te blijven, maar omdat ik dat mijn hele leven al doe. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten