Het is niet eens de wetenschap dat je kinderen dood zijn. Het is de mogelijkheid dat ze nog leven. Onder het puin. Zonder eten, drinken, warmte, ouders, liefde en veiligheid. Dat maakt de aardbevingsramp in Turkije en Syrië zo'n verschrikkelijk horrorscenario. Ik huil als ik de beelden op tv zie en als ik 's avonds in mijn bed stap, de elektrische deken staat al zo'n 10 minuten aan en maakt dat ik direct door een behaaglijke warmte word omarmd, kan ik de beelden van het kind van 3 misschien 4 jaar oud dat na 6 dagen nog levend onder de brokstukken van haar ouderlijk huis wordt gehaald maar moeilijk van mijn netvlies halen. Ze is in één klap ouderloos, geen broertjes, geen zusjes meer. Enkele dagen terug kocht ik een tas van Karl Lagerveld. Meteen na de betaling verscheen er een oproep van Giro555 op mijn scherm. Goeie strategie. Ik had net een veel te dure tas gekocht die ik niet nodig had. Als beloning voor het onzinnige feit dat ik een aantal kilo's aan vet had weten te dumpen. Als ik nu geen geld doneerde, wat zei dat dan over mijn karakter? Niet veel goeds in ieder geval. Als de betonblokken van mijn huis bovenop mij en mijn familie waren gedonderd, zou ik ook medische zorg, voedsel, water, een deken, een tent en een kachel willen, maar vooral extra handen om te helpen graven. Ik hoefde mijn ogen maar te sluiten om het voor me te zien.
De wereld is cynisch geworden. We kijken weg van de ellende in de wereld. Het is te veel, te vaak. We kunnen er niet meer tegen. Is het niet Oekraïne, dan is het Myanmar of Afghanistan. Dan weer Jemen, Qatar, Iran. Dus we kijken de andere kant op en vliegen in de zomer weer tegen stuntprijzen naar een all inclusive hotel aan de Turkse kust, dansen de sirtaki in Samos en Lesbos, moedigen Memphis en Max aan in Doha, en als de gasprijs verder zakt, stoken we de kachels weer op alsof er nooit een oorlog was. We willen steeds grotere huizen, nog dikkere auto's, en we kopen goedkope kleding waar bloed van kinderhandjes aan kleeft en elektrische fietsen voor de steeds vetter wordende jeugd. En tassen. We kopen zinloze tassen met de naam van een of andere overleden designer erop. Want we verdienen dat. We werken er hard voor. En het is te veel, te vaak, we kunnen er niet meer tegen.
Ik stortte het geld van nog een tas op Giro555. Het was natuurlijk een pleister op mijn schuldgevoel. Een afkoopsom. Een aflaat. Een bewijs dat ik mens ben, dat er nog iets rest van de socialist in mij.
"Het is onmogelijk om alles goed te doen", had een collega donderdag nog gezegd in een klimaatdiscussie.
"Je moet keuzes maken", zei een ander. "Choose your battles, kies je principes".
Een andere collega had vliegschaamte, zei hij, maar zolang een enkeltje Wenen met EasyJet 50 euro is en de trein ernaartoe het driedubbele, ben je toch gek als je met de trein gaat, zei hij.
Het zijn gewetenskwesties. Want wat zou ik doen als het niet én-én was maar als ik moest kiezen tussen de tas en een donatie?
Op mijn telefoon verschijnt een bericht van Formule1 TV. Het abonnementsgeld voor het nieuwe seizoen is afgeschreven. Ik wrijf me in de handen. Zin in, denk ik. Maar tegelijkertijd wringt het. Wordt het niet eens tijd dat ik principiële keuzes maak die wél pijn doen? We kunnen niet alles afkopen immers.
Ik ga dit jaar wel naar Ameland, besluit ik gauw.
Op mijn telefoon verschijnt een bericht van Formule1 TV. Het abonnementsgeld voor het nieuwe seizoen is afgeschreven. Ik wrijf me in de handen. Zin in, denk ik. Maar tegelijkertijd wringt het. Wordt het niet eens tijd dat ik principiële keuzes maak die wél pijn doen? We kunnen niet alles afkopen immers.
Ik ga dit jaar wel naar Ameland, besluit ik gauw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten