dinsdag 7 februari 2023

Starstruck

Gisteren zag ik een boek liggen op de leestafel van de plaatselijke kringloopwinkel. "Dit is geen dakloze", heette het en het was geschreven door Wytske Versteeg. Ik had eerder iets van haar gelezen en was nieuwsgierig, maar nam het boekje niet mee. Te somber, dacht ik, en dat paste niet bij mijn heersende stemming, die donker en moedeloos was. 

Vandaag zat ik naast haar in de trein. Het was een volle trein en ze nam direct haar tas van de plek naast haar voor me weg, waarbij ze heel even vriendelijk opkeek, haar lichte ogen, make-uploos, blauw of groen, rossig zou ik zeggen, vingen kort mijn blik. Ze had een laptop op haar schoot. Het heeft me altijd verbaasd, mensen die kunnen werken in de trein, of deze nou vol is of niet. Ik kan nauwelijks mijn aandacht bij een boek houden, ik moet om me heen kijken, gesprekken volgen. 'Ik lees geen Nu punt nl meer, teveel clickbait', hoorde ik achter me. Maar op de lange treinreis van Amersfoort naar Eindhoven is uit het raam kijken niet voldoende, bovendien was deze trein vuil, de ramen leken op die van een Toyota die Paris-Dakar had gereden, dichtgesmeerd met dik, geel saharazand.

Ik pakte het enige boek dat ik bij me had uit mijn tas. Niet de roman die thuis vergeten op de eettafel lag, maar het boek dat ik meenam voor mijn broer, een Dickens verzamelaar, en bij dezelfde kringloopwinkel had gekocht. Het was een zeer oude uitgave van Groote Verwachtingen, Great Expectations, met de originele pentekeningen en hier en daar wat koffievlekken. Wytske, maar dat zij het was wist ik toen nog niet, typte intussen bedachtzaam verder. Met mijn linkeroog probeerde ik stiekem mee te lezen. Wat kan ik zeggen, ik ben nieuwsgierig. Ze schreef wat, haalde het weer weg, schreef, begon opnieuw. Wytske Versteeg, stond er boven aan de pagina, en pas toen wist ik waarom ze me zo bekend voorkwam. Soms keek ze in een boek. Ik dacht dat het Stories heette. Dan klapte ze even haar laptop dicht. Om hem daarna weer te openen.

Een schrijver. Ik zat naast een echte schrijver. Niet een die zelf haar boeken liet drukken, maar een die prijzen had gewonnen met haar romans en essays. Och, mocht ik eens zo'n schrijver zijn, dacht ik. Ik had in heel mijn leven maar twee echte schrijvers ontmoet: Geerten Meijsing en Chaim Potok, de eerste per ongeluk, op een feestje van mijn broer, de tweede nadat ik anderhalf uur voor hem in de rij had gestaan, in de brandende zon, met een peuter aan de hand en een baby in mijn buik. Zo beroemd als de schrijver van The Chosen was deze vrouw niet. Maar in ieder geval zo succesvol dat een weggemoffeld plekje in de 2e klas niet passend bij haar status leek. En wat zag ze er gewoon uit. 
Een gele parka, een sjaal, gympen, de haren in een staart. Aardig ook. Ja, menselijk zelfs! 

In 's Hertogenbosch wenkte mijn dochter me, er was een plaats tegenover haar vrijgekomen. Eigenlijk kon ik geen afscheid nemen van mijn schrijfster, maar tegelijkertijd gunde ik haar de ruimte die mijn kont en winterjas innamen. Ze moest immers schrijven.


PS Ik heb toestemming gevraagd voor het plaatsen van haar foto. Ze vond het goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten