Als mijn ex belt, en dat gebeurt niet vaak, gaat het gesprek zo. Eerst appt hij. "Ben je wakker? Ja of nee?" Als ik bevestigend antwoord, zegt hij dat hij me gaat bellen. Of dat meteen is of 6 dagen later moet je dan nog even afwachten. Als de telefoon gaat, zuig ik altijd eerst even wat extra lucht naar binnen. "Hoi", zeg ik dan, meer niet, want hij heeft standaard extreme haast, hij is druk, druk, druk. "Heel kort", zegt hij. "En alleen ja of nee graag. Wanneer ...". En dan komt er een vraag. Wanneer we ons huis verkochten, wanneer M begon met drinken, of J smalle polsen heeft, of S de reisverzekering heeft ontvangen. Nooit, hoe is het met je, alles goed, red je het een beetje zonder mijn goddelijke aanwezigheid? Niets van dat al. Dertig jaar samen, denk ik bitter. En dan is dit je dank. Niet dat ik dat zeg, help nee. Ik ben poeslief. "Dat was in december 2015, ze was 16, hele smalle polsen, beslist een S ja, en die reisverzekering loopt." Als ik de euvele moed heb om uit te wijden, of een omweg te nemen, word ik direct afgestraft. "Ik hoef me niet te verantwoorden", krijg ik als antwoord op elke wedervraag. Of hij neemt direct afscheid. "Prima jima", zegt hij dan, "En houdoe". Dag schat, dag lul, denk ik dan, in 3 minuten van volkomen zen naar volkomen verward."Je gaat nog steeds in de verdediging", zegt little miss Freud naast me op het groen fluweel. "Nietes", zeg ik, maar het is natuurlijk wel zo. Op voorhand zelfs, omdat ik per definitie schuldig ben bevonden. Ik heb namelijk geen flauw idee waarom hij elk normaal contact tussen ons de pas afsnijdt. Alsof hij bang is. Voor mij, of voor zichzelf. Voor emoties en andere levensbedreigende stoornissen. Voor herinneringen. Voor vergeving. Voor haat, wrok en liefde.
De nacht erna komt hij steevast spoken in mijn remslaap. Hij is dan meestal jong en knap, soms lief, vaak gemeen, ik haat hem, ik mis hem. Na 2 dagen is alles weer normaal. Ik zit weer rustig op de bank, kijk Dallas Cowboy Cheerleaders, eet mijn vega schnitzel, en ben blij dat ik geen last meer heb van zijn onvoorspelbaarheid. Tot de telefoon weer gaat. Tring, tring.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten