vrijdag 6 december 2024

Een gevalletje desinteresse


Onlangs, om precies te zijn 15 dagen geleden, werd ik aangereden. Ik was laat voor een afspraak, het regende, mistte, het was spitsuur en ik had nog geen koffie op, hoe heerlijk kan het leven zijn. De weg waarop ik reed kent vele stoplichten, sommige heel logisch en andere totaal onverwacht, waardoor je zomaar ineens midden op een kruispunt kunt stilstaan. Ik weet dat, en toen een van die 'gekke' stoplichten ineens op rood sprong om een sliert fietsers de ruimte te geven, kon ik nog stoppen. 
Het meisje achter me niet. 
Beng ging het. Tegen mijn bumper.

Het vreemde van zulke incidenten is dat je op het moment zelf nooit schrikt, dat gebeurt pas later. Je registreert het voorval in slow motion. Eerst weet je niet waar dat geluid vandaan komt. Dan weet je, ik ben aangereden. Maar dan nog besef je niet dat zoiets actie vereist. Zo werd mijn auto in 2021 total loss gereden en dacht ik minstens een hele minuut lang dat het niet echt was, het was een film, een grap. Iedereen om me heen riep en gilde en ik zat daar maar, als een zitzak in een Suzuki, en hoorde hoe de buitenwereld gedempt en vertraagd toegang tot mijn brein probeerde te krijgen.

Je moet uitstappen, seinden mijn synapsen nu. Met de snelheid van Stoffel de Schildpad (wie kent hem nog) deed ik mijn portier open. Maar ik zat nog in mijn gordel en veel zin had ik niet in wat er nu komen ging. Het meisje was sneller. Ze gooide haar deur open, rende naar me toe en riep 'Sorry, sorry, sorry!' Ik moet dan meteen aan die mop denken: na een aanrijding tussen een Belg en een Brit, stapt de Brit uit en roept: I'm sorry. Waarop de Belg zegt: I'm Sjefke. En ja, sorry, Vlaamse lezers, want dit flauwe mopje impliceert dat u allen dom zijt, maar als het om taalgevoel en woordenschat gaat, kan ik u verzekeren: da's nie zo, en wat de rest betreft, veel dommer dan de Nederlander kan bijna niet.

'Zie je wat', vroeg ik haar.
Ze liep naar mijn bumper.
'Nul schade', zei ze.
'En jij', riep ik.
'Niks!'
'Dan geloof ik het verder wel', riep ik. 'Ik heb haast.'
En zonder zelfs maar één blik op het blik te werpen, sloot ik mijn portier en trok op. Toen ze een stoplicht later naast me reed om rechtsaf te slaan, zwaaide ze nog even opgelucht, ik intussen noteerde wel even gauw haar kenteken, want echt compleet achterlijk ben ik nou ook weer niet. In de parkeergarage van mijn afspraak inspecteerde ik mijn bumper. Inderdaad, nul schade.

Toch dacht ik er die dag nog lang over na. Er knaagde iets aan me. Want dit was toch een redelijk ongebruikelijke reactie geweest, zelfs voor mij. En dat wist ik omdat ik er in eerste instantie over zweeg tegen mijn broer die in schadeverzekeringen doet en tegen de ex die alles beter weet als het om voertuigen gaat. Waarom was ik niet gewoon uit de auto gestapt, zoals echte mensen. Wat was dit voor een raar karaktertrekje van me, wat veroorzaakte dit? Was het:
A. Laksheid
B. Luiheid
C. Autisme
D. Een vertraagde informatieverwerking
E. Of gewoon desinteresse (en zo ja, was het anders geweest als ik in een Maserati had gereden).

'Gered door de trekhaak', zei de ex.
'Dat dacht ik dus ook meteen', loog ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten